Blog

Blog

rew

Juveniel

Blijmakertje

Tijdens een wandeling in het bos, hoor ik het geluid van jonge grote bonte spechten. Ik lokaliseer waar het geluid vandaan komt en probeer het nest te vinden. Al vrij snel valt mijn oog op een mooi rond gat, hoog in een stevige boom. De nestopening is vanaf het wandelpad goed te zien, maar valt door de hoge positie nauwelijks op. Ik blijf even kijken, maar bespeur geen activiteit en besluit door te lopen. De daaropvolgende dagen ga ik af en toe bij het nest kijken om het broedsel te volgen. Om er zo min mogelijk aandacht op te vestigen, plan ik mijn bezoekjes op momenten dat er weinig of geen wandelaars te verwachten zijn. De nestboom staat weliswaar langs een druk wandelpad, maar extra aandacht wil ik toch liever vermijden. Bovendien houd ik mijn bezoekjes kort om het voeren van de jongen niet te verstoren. Aanvankelijk zie ik vader specht geregeld met een snavel vol sappige larven het nest binnen gaan en na enige tijd -al dan niet met uitwerpselen in zijn snavel- het nest weer verlaten. Ik krijg daarbij echter wel het vermoeden dat hij er alleen voor staat, want moeder specht zie ik geen enkele keer. Later geniet ik van de momenten dat vader aan de buitenzijde van het nest voert, waarbij ik af en toe een glimp van een jong opvang. Mijn geluksmomentje beleef ik als er uiteindelijk een kopje met een fraai rood “petje” in de nestopening verschijnt; een aandoenlijk gezicht dat me breed doet glimlachen! Tegelijkertijd realiseer ik me dat het niet lang meer zal duren voordat ze zullen uitvliegen. De jonge spechten lijken zich prima te ontwikkelen en korte tijd later tijd tref ik -zoals verwacht- een verlaten nest aan. Met een voldaan gevoel en nagenietend van deze geweldig natuurbeleving ga ik terug naar huis.

gbs hw
300 mm | iso 1000 | F 4 | 1/60 sec

Verborgen

Twee jaar geleden hebben we in onze tuin, een uit drie compartimenten bestaande nestkast voor mussen opgehangen. Helaas hebben er tot op heden nog geen mussen in gebroed, maar de kast wordt wel het hele jaar door dankbaar gebruikt door kool- en pimpelmezen. In de winter als slaapverblijf en in het voorjaar als nestkast. Het eerste jaar broedde er een koolmees in en dit jaar een pimpelmees. Vorige week trof ik in de hortensia twee jonge pimpelmezen aan, die net de nestkast hadden verlaten. Hulpeloos, af en toe roepend en goed verborgen zaten de twee kleine (en ze echt héél erg klein) kwetsbare bolletjes te wachten op de komst van één van beide ouders. Om het voeren -dat onafgebroken plaatsvindt- niet te verstoren, heb ik snel enkele foto’s gemaakt en de beestjes verder met rust gelaten. De rest van de middag heb ik wel zo en nu en dan eens gekeken hoe het ze verging. De kleinste van de twee heeft urenlang -bijna roerloos- in de hortensia gezeten. De andere daarentegen, fladderde af en toe wat onbeholpen rond in de tuin. De eerste dag zijn de twee gelukkig goed doorgekomen, want net voor het donker werd zaten ze allebei goed verstopt en klaar voor de nacht in de vlinderstruik. De volgende dag zat er nog maar één meesje in de tuin. De andere heb ik niet meer gehoord of gezien. De vliegoefeningen van het overgebleven meesje, werden steeds serieuzer en genietend van de zon, waren mijn dochter en ik die middag getuige van een heuse korte vlucht. Bijgestaan door beide ouders heeft het beestje zich in ieder geval nog tot laat in de avond in de tuin opgehouden, maar hoe het de kleine verder is vergaan weet ik niet, want de volgende dag was het uit de tuin verdwenen. Hopelijk een lang leven tegemoet…

hishh

Nestje

Als je zoon thuis komt van zijn voetbaltraining, met een verhaal over een nest konijntjes dat op het voetbalveld is ontdekt, ben je enthousiast. Als je vervolgens hoort dat het nest voor de kleedkamers onder een rek met borstels zit, ben je vooral verbaasd. "Ik wijs je het nestje morgen voor de wedstrijd wel even, Mam". Zo gezegd, zo gedaan. De volgende avond laat mijn zoon mij het nestje zien. Het is helemaal open, maar toch redelijk goed beschermd door het rek met borstels. De vijf kleintjes liggen in een ondiep kuiltje, bedekt met gras en een flinke hoeveelheid nesthaar, hebben de oogjes open, zitten goed in de vacht en lijken allemaal gezond. Ze genieten die avond grote belangstelling van de kinderen. Begrijpelijk, want het is ook erg schattig. Uniek ook, aangezien ze normaal in een nestholte dieper onder de grond liggen. Konijntjes worden kaal en blind geboren. De moederzorg is zeer beperkt en meestal worden de jongen maar Eén keer per dag gedurende een paar minuten, gezoogd. Na 10 dagen openen ze de ogen en na ongeveer 3 weken verlaten ze het nest. De volgende morgen ga ik vergezeld van mijn fotocamera, terug naar het nest om deze bijzondere situatie vast te leggen. De vijf konijntje zijn er nog en verkeren in goede gezondheid. Het is prachtig weer en ze koesteren zich heerlijk in het zonnetje. De kleintjes laten zich gewillig fotograferen, maar zijn wel erg beweeglijk. Ik vermoed dan ook dat het niet lang meer zal duren voordat ze nest zullen verlaten. Enige dagen later, blijkt mijn vermoeden juist te zijn, want naar verluidt hebben ze de volgende dag het nest verlaten ... En nu maar hopen dat ze het allemaal zullen redden.

nkbshh

"Hangjongeren"

Iedere winter voer ik de vogels bij met zaden, pinda's, appels, rozijnen en vetbollen. In de eerste plaats om de vogels een handje te helpen, maar zeker ook omdat ik erg kan genieten van de bedrijvigheid op en rondom de voederplaatsen. Vorig jaar heb ik voor het eerst ook gedurende het voorjaar en de zomer, een pindafeeder in de tuin laten hangen. Mezen en huismussen hebben er vooral in het broedseizoen dankbaar en veelvuldig gebruik van gemaakt en tot mijn grote verrassing heb ik zelfs een paar keer een Grote bonte specht zien foerageren. Ook dit jaar is de pindafeeder blijven hangen. Naast de gebruikelijke bezoekers, verscheen half mei ook de Grote bonte specht voor het eerst weer ten tonele. Een schuw mannetje dat meestal in de vroege ochtend- en avonduren een pindaatje kwam scoren. Enkele weken daarna werd onze tuin zelfs bezocht door een heus spechtengezinnetje; vader, moeder en twee koters. Ieder dag kwamen de ouders foerageren, terwijl beide jongen, ongeduldig op de schutting zaten te wachten, totdat ze werden gevoerd. Na een kleine twee weken was het tijd om op eigen benen te staan en verdwenen Pa en Ma van het toneel. Beide kids bleven gelukkig hangen. Iedere dag bezochten ze met enige regelmaat de feeder. Voor mij natuurlijk een mooie gelegenheid om ze eens van dichtbij te fotograferen. Observatie leerde, dat de spechten, voordat ze aan de feeder gingen hangen, eerst een tussenlanding op de muur maakten en vervolgens rondkeken of de kust veilig was. Aangezien ik ze graag op een boomstam wilde fotograferen, heb ik een oude berkenstam in de buurt van de feeder neergezet om dienst te doen als landingsplaats. De stam werd al snel in gebruik genomen en was tevens een prima plek om achter te verstoppen als er teveel menselijke activiteit in de woonkamer werd opgemerkt. Hoewel de twee spechten ieder keer op de stam landden, bleek het nog niet zo makkelijk ze goed in beeld te krijgen. Vaak landden ze achter de stam en speelden letterlijk verstoppertje, soms klommen ze razendsnel tegen de stam omhoog of was de tussenlanding zo kort dat ik niet eens de kans kreeg om ze in beeld te krijgen. Maar na een flinke dosis geduld is het me uiteindelijk gelukt om ze goed vast te leggen. Klassieke beelden, maar wel beelden waar ik blij mee ben en bovendien heb ik erg genoten van de observaties en fotosessies. De beide "hangjongeren" hebben de feeder overigens tot begin augustus bezocht en lijken nu definitief verdwenen. Jammer, maar ik kijk alvast vol verwachting uit naar volgend jaar.

gbsbshh2

gbsbshh1